Spring naar hoofd-inhoud

In het boven- en onderooglid, aan de kant van de neus, zit een kleine opening: het traanpuntje. Elk traanpuntje staat in verbinding met een traankanaaltje. De kanaaltjes van boven- en onderooglid komen samen en monden uit in de traanzak, vanwaar een afvoergang loopt naar de neus.

Onze tranen worden aangemaakt in de traanklier en in kleine kliertjes in de oogleden. De tranen houden het oog vochtig en komen via het traanwegsysteem in de neus terecht.

Als het evenwicht tussen aanmaak en afvoer van de tranen verstoord is, kan men last krijgen van een tranend oog of van een droog oog. Ook een minder goede kwaliteit van de tranen kan klachten veroorzaken.

Verstopping(en) in het traanwegsysteem. Risico’s voor verstopping zijn oa.: sommige medicaties, ooginfecties zoals herpes, aandoeningen van de neus of van de sinussen. Meestal is de oorzaak onbekend. In deze groep zijn veel vrouwen. 

 

Microscopisch onderzoek: hiermee kunnen afwijkingen van de oogleden en van de tranenkwaliteit beoordeeld worden.

Kleurstof aanbrengen in het oog: voor het opsporen en beoordelen van sommige afwijkingen.

Schirmer test: hiermee wordt de traanproductie gemeten. Er worden kleine stripjes papier op de oogleden aangebracht. Na 5 minuten wordt het resultaat afgelezen. De test wordt eerst uitgevoerd zònder en daarna mèt verdovende druppeltjes.


 

Traankanaaltjes doorspoelen: als er aanwijzingen zijn voor een verstopping van de traanwegen zal water doorgespoeld worden via de kleine opening in het boven- en/of onderooglid. Aanvullend kan met een dun staafje gevoeld worden waar een verstopping zit. Het water dat in de keel loopt mag doorgeslikt worden. Dit is geen behandeling maar enkel een onderzoek om vast te stellen waar een verstopping zit en hoe uitgesproken deze is.

Dacryocystografie en dacryoscintigrafie: Dit zijn contraststof onderzoeken die soms nuttig zijn bij de evaluatie van bvb gedeeltelijke vernauwingen of vermoeden van pompfunctiestoornis.

  • Vernauwde traanpuntjes kunnen onder lokale verdoving wijder worden gemaakt.
  • Siliconeslang intubatie: de plaatsing van deze siliconeslangetjes gebeurt onder algemene verdoving, de verwijdering gebeurt op de raadpleging, na enkele maanden. Het succespercentage ligt tussen 50 en 70%, afhankelijk van de plaats van de vernauwing.
  • DCR operatie: hierbij wordt een kleine incisie gemaakt op de zijkant van de neus. Vervolgens wordt een botopening gemaakt in het neusbot en de traanzak wordt met het neusslijmvlies verbonden. Soms wordt bijkomend een siliconeslang intubatie uitgevoerd. Het succespercentage is 95% bij verstopping onder het niveau van de traanzak. Bij bijkomende verstoppingen ligt het succespercentage lager (ongeveer 70%). Deze ingreep gebeurt altijd onder algemene verdoving

Vernauwde traanpuntjes:

  • Indien nodig zullen er druppels worden voorgeschreven om in te brengen na de ingreep.
  • Een controle wordt voorzien om de traanklachten te evalueren, indien de traanklachten zijn verdwenen kan men de afspraak annuleren.

Siliconeslang intubatie:

  • Indien nodig zullen er druppels worden voorgeschreven om in te brengen na de ingreep.
  • Na de ingreep is er een controle nodig na 1 maand om het buisje op de raadpleging te verwijderen. Dit doet geen pijn!
  • Verwijder het slangetje niet zelf als het los komt, maar kleef het vast op de neus of de wang en bel om de afspraak te vervroegen.

DCR operatie:

  • Als de anesthesist het toelaat en u zich goed voelt dan mag u ’s avonds naar huis. Na de operatie elk uur 10 minuten, gedurende 2 dagen na de operatie koelen met koelpack. Daarna is het nuttig om elke dag nog 3 maal 30 minuten te koelen tot de volgende controle, zo voorkom je zwelling en pijn.
  • Belangrijk: 1 week lang niet hoesten, tillen, bukken of persen, de neus niet snuiten en de neus niet dichtknijpen bij niezen.
  • Een lichte bloedneus is normaal: duw de neus dicht en houdt het hoofd naar voor. Bij een erg zware bloedneus moet u naar spoedgevallen. Dit is gelukkig zeldzaam.
  • Medicatie met effect op de bloedstolling mag herstart worden na 5 dagen.
  • Na 5-7 dagen worden de hechtingen verwijderd, afhankelijk van de verstoppingen die werden vastgesteld tijdens de ingreep zal het siliconeslangetje verwijderd worden op op de raadpleging 1 tot 6 maand na de ingreep.
  • Verwijder het slangetje niet zelf als het los komt, maar kleef het vast op de neus of de wang en bel om de afspraak te vervroegen.
  • Het littekentje ter hoogte van de neus is weinig opvallend en de genezing van het littekentje thv de neus duurt 1 jaar.
  • Bij pijn mag je 4x/dag 1 gram paracetamol innemen, gedurende 1 week.
  • Gebruik de clarinace once daily, die u voor de operatie moest opstarten mag u na de operatie verder gebruiken 1x per dag ’s ochtends tot doos uit.
  • Trafloxal EDO druppels 4x per dag, 1 week (ook op dag operatie zelf)
  • Nasonex neusspray vanaf dag na de operatie : 2x 2 puffs per dag aan de geopereerde zijde, minstens 3 maand.
  • Physiomer neusspray vanaf 1 week na ingreep: 2x2 puffs per dag, snuiten en hierna de Nasonex.
  • Moet een tranend oog behandeld worden?

Een tranend oog is niet gevaarlijk, de bedoeling van de behandeling is het comfort te verbeteren. De voordelen en risico’s van de behandeling moeten afgewogen worden tegen de ernst van de klachten. Enkel bij herhaalde infectie of bij uitzetting van de traanzak kan een behandeling medisch noodzakelijk zijn.

  • Is onderzoek van de traanwegen pijnlijk?

Bij de meeste mensen is het onderzoek niet pijnlijk. Sommige mensen zijn echter erg gespannen en bij hen kan het wel pijnlijk zijn. Wanneer er verstoppingen zijn is het onderzoek ook vaak pijnlijker. Wordt het voor de patiënt te pijnlijk dan wordt het onderzoek gestopt.