Spring naar hoofd-inhoud

Het grootste deel van het oog is gevuld met een gel: het glasvocht (vitreum). Rond deze gel zit een membraan (het hyaloid) dat op sommige plaatsen vastzit aan het netvlies. Het netvlies vangt licht op en stuurt het door naar de hersenen. Ons netvlies is als de film van een fototoestel.

In de loop van het leven komt het glasvocht membraan stilaan los van het netvlies, en zakt het glasvocht als een pudding ineen. Dit is een natuurlijk proces dat bij iedereen optreedt, soms al op jonge leeftijd. Wanneer het glasvocht membraan in het diepste deel van het oog loskomt van het netvlies, noemt men dit een achterste glasvochtloslating.

Soms gaat een achterste glasvochtloslating ongemerkt voorbij. Soms ziet men een of meerdere (nieuwe) glasvochtvlokken (floaters). Soms worden ook lichtflitsen (fotopsiën) gezien, die lijken op bliksem. 

 

Een achterste glasvochtloslating op zich is ongevaarlijk, het is een natuurlijk proces.

Het glasvocht membraan zit echter op meerdere plaatsen stevig vast aan het netvlies. Sommige mensen zien lichtflitsen (als bliksem), omdat het glasvocht membraan trekt op het netvlies. Op deze plaatsen kan een scheurtje in het netvlies ontstaan, waardoor het netvlies komt lost te liggen (netvliesloslating). Dit ziet men als een zwart gordijn dat groter wordt en een deel van het zicht blijvend wegneemt.Een netvliesloslating is gevaarlijk voor het zicht en daarom moet een scheur in het netvlies of  een netvliesloslating tijdig behandeld worden.

Een achterste glasvochtloslating gaat vaak gepaard met het zien van floaters, ook glasvochtvlokken of mouches volantes genoemd. Deze floaters zijn een vertroebeling van het glasvocht. Het licht dat op de floaters valt veroorzaakt een schaduw op het netvlies. Hierdoor ziet men vliegjes, spinnetjes, draadjes, of soms een ringvormige vlok. Soms krijgt men het gevoel dat er een haar voor het oog hangt. Sommigen ervaren vooral een waas die het zicht stoort of worden gehinderd door strooilicht ten gevolg van de vlok(ken). De vlokken bewegen mee in de richting waarheen men kijkt. De vlokken op zich zijn niet gevaarlijk, maar soms wel erg hinderlijk. De last die hierdoor ontstaat kan vaak verminderd of verholpen worden door een laserbehandeling (vitreolyse).

Nazicht op korte termijn is aangewezen als u plots nieuwe floaters ziet, veel meer vlokken dan gewoonlijk, of als u lichtflitsen of een zwart gordijn ziet.

De oogarts zal nakijken of er een scheurtje of loslating van het netvlies is. In sommige gevallen zal een controle nodig zijn en wordt u gevraagd ondertussen op de hierboven vernoemde alarmsignalen te letten. Bij de meeste mensen is uiteindelijk geen behandeling nodig. Als er een scheur of loslating van het netvlies ontstaat is een behandeling nodig met laser of met een operatie.

Bij wie hinder ervaart door de floaters wordt onderzocht of de floaters behandelbaar zijn.

Tijdens het onderzoek wordt de pupil wijd gemaakt met oogdruppels, wat het zicht gedurende 2 tot 3 uur kan bemoeilijken. U neemt dan ook best een chauffeur mee. 

Als er een netvliesscheur wordt vastgesteld, dient deze zone verstevigd te worden met een laserbehandeling, om een netvliesloslating te vermijden. Tijdens de behandeling wordt een glaasje op het oog geplaatst en wordt fel licht gebruikt. Deze behandeling gebeurt onder druppelverdoving. Na de behandeling is het zicht nog zo’n 2 tot 3 uur wazig, u neemt dan ook best een chauffeur mee. De laserstralen zijn niet schadelijk in geval van zwangerschap.

Bij een netvliesloslating kan een laserbehandeling niet meer helpen en wordt u verwezen naar een oogarts gespecialiseerd in netvliesoperaties. In dit geval mag  u niet eten of drinken tot de chirurg die de operatie zal uitvoeren u heeft onderzocht. Hij moet namelijk beslissen over het type verdoving dat tijdens de operatie zal worden gebruikt. De oogarts waar u naar verwezen wordt zal u dan ook de nodige uitleg geven over uw specifiek probleem.

Bij hinderlijke floaters wordt In elk geval minstens 2 tot 3 maand afgewacht tot de toestand stabiel is. Vele ongemakken verdwijnen binnen deze termijn omdat de hersenen de schaduw door de vlokken leren negeren. Wie na 2-3 maand nog hinder ervaart, komt in aanmerking voor behandeling.